gedicht in kleur

Le petit pâtissier van Chaïm Soutine

(olie op doek, 1922-1923)

Zie zijn belachelijke ronde muts als van een paashaas
met links en rechts twee grappige uitsteeksels
boven zijn rood gloeiende oren.

Want bij de brandende oven is het zo warm
en elke nacht na middernacht
begint de dag voor de bakker en banketbakker.

Hij oogt niet bedroefd of niet blij maar verwonderd
dat hij werd geportretteerd
omdat hij gewoon de slagroom en de crème au beurre

de bloem, het meel en de eieren
de ditjes en datjes kan afwegen voor de deeg
van Parijse pasteitjes en Franse taartjes.

Zijn handen zijn te groot of te slecht geschilderd
maar dankzij deze Soutine voel je echte compassie
voor deze schriele ambachtsman met een scheve neus.

Hendrik Carette

Bij de dood van Fernand Florizoone

Elegie voor Fernand Florizoone

                    Noodlottigheden om ons heen 

De Franse grens achter Adinkerke werd gesloten,
de moeren werden bedolven onder beton
grind en steenslag.

De kusttram reed al lang niet meer door de duinen
want de regen overviel al weken
de dreven en de aardewegen.

We aten kokkels en zeepokken in Koksijde
en boterhammen met oud smout
want de groensels waren zwart geworden.

De zee en het zeewater vloeiden over de dijk
en de vrouwen werden groene zeemeerminnen
of geblondeerde heksen in Nieuwpoort op de pier.

De verlaten villa’s, bungalows en lege flatgebouwen
werden belegerd of gekraakt
door giftige kwade kabouters

en boeken werden verfrommeld als doorweekt papier.

Hendrik Carette