Reisgedicht

Een dag op de Gran Sasso (Campo Imperatore)

 

 

Beneden op de steile weg  

zag ik de laatste zombies uit het zuiden

en drie Muzen uit een dorp van de Abruzzen.

 

Op een groene bergweide bij een herdershut

graasden koeien van een wit hoornvee

en bruine en zwarte paarden met lange manen.

 

Op de hoogste hoogvlakte lag nog

sneeuw van de vorige eeuw

en groeide zelfs geen schraal hard gras.

 

Op de top het wijnrode lege bunkerhotel  

dat gesloten was en een observatorium

voor het meten van bliksem en hagelstenen.  

 

Boven de top het azuurblauwe uitspansel

in een ijlte met een strak gespannen stilte 

en diep daaronder de afgrond van de angst.  

   

      

 Hendrik Carette