MISSIVE


Missive voor Anton Korteweg

De grote Drie van de Nederlandse poëzie zijn en waren
voor mij: Jacques Hamelink, Herman Hendrik ter Balkt
en H.C. ten Berge.

Toch voelde ik al sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw
een soort van vertroosting en aangenaam literair genot bij
de pointe of de cesuur van uw niet zo romantische poëmen
en dacht ik altijd maar; hij is toch soms subliem en subtiel.

Maar sinds een paar jaar denk ik met enige wrevel:
wanneer wordt hij eens echt serieus en wild,
wanneer rukt hij ruw zijn eigen masker af
en bevrijdt hij zich van zijn altijd zo ironiserende ironie.

En ja de jonge Thomas Blondeau formuleerde het nog beter:
Hoeveel ironische distantie heeft de literatuur nog nodig?

Hendrik Carette

BOEKBESPREKING

De gedichten van de grote Griek Kavafis

Nationalisme zonder agressie en met zelfkritiek

Zijn mysterieuze gedichten werden al twee maal vertaald in het Nederlands.
Eén maal door prof. G.H. Blanken (laatste druk in 2004) en één maal door het duo Warren & Molengraaf (dit jaar voor de vijfde keer herdrukt). Ook in het Frans werd deze vreemde (historische, erotische en wijsgerige) poëzie al twee keer vertaald. Eén keer zelfs door Marguerite Yourcenar. En uiteraard ook in het Engels. Tijdens zijn leven (1863 – 1933) leefde hij voornamelijk in de Egyptische stad Alexandrië, de havenstad gesticht door Alexander de Grote. Kavafis zond zijn gedichten als losse bladen naar zijn vrienden en verwanten in heel Hellas. Na zijn dood werd deze Alexandrijnse dichter een echte Europese literaire beroemdheid.

In de merkwaardige inleiding ‘Kavafis, Alexandrijn’ staan meerdere opmerkingen te lezen die de lezer inlichten over deze Griek die leefde in een soort van ballingschap buiten Griekenland. Alexandrië is een miljoenenstad geworden met veel luidruchtige moslims en moslimbroeders, met veel stof en aanslagen op de Koptische kerken en christenen. De Britten, de Grieken en de andere buitenlanders hebben deze stad al lang verlaten. Kavafis leefde als een kantoorklerk of als een excentrieke marginaal in deze stad toen alles nog anders was. Blijkbaar wilde hij niet in Londen of in Athene blijven.
Toch was hij ook geen sentimentele romanticus en ook geen saaie literaire academicus. De inleiders verklaren het fenomeen Kavafis zeer goed: ‘Hij was een lezende dichter, een geleerde dichter zelfs, of zo men wil een dichtende lezer, een dichtende geleerde.’ Ook beweren de inleiders dat Kavafis eigenlijk een nationalist was maar dan met een nationalisme zonder agressie en met zelfkritiek. Hoe dan ook Kavafis was een literair genie en een groot dichter. Van zichzelf aanvaardde hij uiteindelijk slechts 154 gedichten, de andere gedichten wilde hij nog herwerken of verwierp hij zelfs. Bijna al zijn gedichten hebben ook personages zoals in een historische roman, een verhaal of in een toneelstuk. Maar het hier besproken boek bevat ook alle door de dichter zelf verworpen gedichten en zelfs de onuitgegeven gedichten en de gedichten die nog in bewerking waren, zoals een politiek dossier soms ook nooit opgelost geraakt.
Zijn beroemdste gedicht

Zijn beroemdste gedicht is tot op heden ongetwijfeld het gedicht van twee bladzijden “In afwachting van de barbaren” – geen historisch maar een sterk filosofisch gedicht – dat zes retorische vragen bevat en telkens ook zes retorische antwoorden. Ik zal dit gedicht hier niet citeren. Ten eerste omdat het te lang is en ten tweede om dat de kenners het al voldoende kennen. Wat ik hier wel kan en wil doen om de aandacht op deze grote Griekse dichter op te wekken is een aantal titels opsommen die meteen het belang, de thema’s en de hele sfeer van deze dichter weergeven: De satrapie, Antonius door zijn god verlaten, Ithaka, Hij is het, De middagzon, In het saaie dorp, Van oudsher Grieks, Dagen van 1896, In de kroegen, Voordat de tijd hen verandert, In een oud boek, Als hij inderdaad gestorven is, Caesartje en ten slotte de titel Sofist die Syrië gaat verlaten.
Toch wil ik hier slechts de twee aanvangszinnen citeren van een gedicht dat heel eenvoudig lijkt (geen domme voorspelbare kalenderwijsheid!), maar dat Kavafis heeft uitgewerkt in en kort en krachtig gedicht dat zowel nog altijd brandend actueel als heel persoonlijk kan zijn voor elk van ons, voor elke lezer
Voor sommige mensen komt een dag waarop zij
het grote Ja of het grote Nee moeten zeggen.
En de vraag waarom zijn gedichten zo mysterieus en zo uniek zijn kan ik snel beantwoorden: Konstantinos Kavafis kende maar drie onderwerpen of drie domeinen die zijn hoogst persoonlijke domeinen waren : de geschiedenis van zijn Griekenland en het Griekendom (heel Hellas van de kust Klein-Azië tot aan het eiland Sicilië) , de erotiek of zijn passionele ziekelijke hartstocht en hang naar jonge mooie mannen en ten derde zijn wijsgerige beschouwingen over zijn eenzaamheid en zijn vreemdheid (kortom hij was een Griek die de Griekse beginselen beleed). De vraag waarom Kavafis zoveel bewonderaars in heel Europa heeft is niet zo moeilijk om te beantwoorden. Zijn verzen zijn zowel zeer persoonlijk als zeer universeel en toch uiterst origineel. En achteraan vinden de verwonderde aandachtige lezers ook nog een korte levensbeschrijving, een verhelderend nawoord en bij elk gedicht de onmisbare historische en literaire notities. De Nederlandstalige lezer die een literaire, een historische en zelfs een filosofische belangstelling heeft vindt in dit boek alleszins voldoende stof voor zijn leeshonger. Want de strenge veeleisende Kavafis zei het ons al onomwonden aan het begin van de vorige eeuw : verlaag je leven niet door te veel omgang met de mensen, door te veel drukte en gepraat.
Hendrik Carette
* Verzamelde gedichten, K.P. Kavafis, in de vertaling van Hans Warren en Mario Molengraaf, Vijfde herziene en uitgebreide editie, Amsterdam: Prometheus, 2018, 363 blz. 29.99 euro, ISBN 978 90 446 3343 6