Nieuw gedicht

 

 

La vie d’un ogre

gedicht voor oudere mensen, nog niet voor kinderen 

 

Ik ruik meer en meer dwergenvlees

en zie onder de paddestoelen 

en onder aan de bomen hoe de dwergen

met hun rozijnenbaarden

en hun kabouterkoppen

met een puntmuts op

zich niet meer kunnen of willen verbergen.

 

Ik heb al zeker zeven kleine mensen

of dwergen (goed kauwend) opgepeuzeld.

Het ranzige vlees moet ik eerst braden

dan lang roosteren, want het smaakt

naar vlees van jonge en oude varanen

maar ik doe er veel mosterd bij

en ook knoflook om de duivel te verjagen.

    

 

Hendrik Carette