VOETNOTEN

Vijftien verdwaalde voetnoten

 

Die vermaak heeft in het lezen,

Hoeft geen eenzaamheid te vreezen.

(oud Hollands spreekwoord)

                                                        

Hoewel onze goede boekendokter Thomas Blondeau (Poperinge, 1978 – Poperinge, 2013), de schrijver van het boek Het West-Vlaams versierhandboek (Amsterdam, 2014) helaas dood is en begraven blijven er nog vele zieke lezers over.

*

Wanneer het regent in Oostende, druppelt het in Brugge, maar wanneer het erg waait op de dijk van de badstad, blijft het in Brugge windstil binnen de muren van het begijnhof en binnen de muren van wel dertig kerken en kapellen.

*

Het lot kent soms zeer veel humor : de grote wereldreiziger, anarchist, ecologist avant la lettre en geograaf Élisée Reclus stierf in Torhout in 1905 in de armen van zijn geliefde Louise de Brouckère. Nadat hij zijn hele leven bijna de hele wereld had doorkruist en verkend eindigt zijn rijk leven aldaar. Il faut mourir à Thourout.

*

De provincie West-Vlaanderen is niet zo eng en niet zo provincialistisch, want in het Westen wacht de zee en in het Noorden grenst deze grenzeloze provincie aan het Zuiden van Zeeland (Zeeuws-Vlaanderen) en in het Zuiden wordt de grens overschreden want Frans-Vlaanderen of Zuid-Vlaanderen loopt minstens tot aan de Aa in Frankrijk.

*

Elk jaar wordt Gaston Durnez jonger en jonger, straks gaat hij nog een boek schrijven over zijn geheime ontmoetingen met juffrouw Symforosa, het begijntje van Lier.

*

Het boekje Tous les chemins mènent à Bruges (Bruges: Raaklijn, 1963) van François Vermeulen is nog altijd zeer genietbaar en leesbaar. Wie weet wie deze Franstalige erudiete man was?

*

Herman de Coninck schreef ooit een mooi gedicht over Oostduinkerke en Renaat Ramon over de Moeren (Les Moëres). Hugo Verriest schreef een romantisch gedicht over het kasteel bij Rumbeke. En Rainer Maria Rilke schreef een mooi gedicht over de stad Veurne. Hugo Claus over Gistel en Oostende. En Michiel de Swaen schreef een gedicht over Ieper. En ik schreef al heel vroeg een gedicht over Damme en een gedicht over Houthulst. Maar wie schrijft ooit een mooi gedicht over Strontkerque?

*

De dichter Hubert van Herreweghen zei ooit in Brussel aan mijn broer Antoon dat de West-Vlamingen de Joden van Vlaanderen zijn en ik zal hem zeker niet tegenspreken want volgens Simon Schama waren de Joden het volk van het boek.  

*

Ook ik voel mij nu een verstandige Vlaming want ik ben nu geabonneerd op het aloude tijdschrift Biekorf, het leer- en leesblad voor alle verstandige Vlamingen gesticht door Guido Gezelle in 1890…

*

Zodra ik het groot Lot win koop ik voor mij een kleine manoir aan de kust in het mistige Normandië (Carette in de Cotentin) alsook een discrete ouderwetse Engelse sportwagen en eet ik elke dag wulken, crustacea en mollusca met een grote fles ambachtelijke cider en ’s avonds staar ik zwijgend naar de wolken boven de zee.

*

Toen Christine D’haen nog leefde stapte ik ooit op een paardenkoets in Brugge en wuifde ik naar haar aan haar statige woning op de Oude Gentweg. Maar de dichteres kon niet lachen en keek eerder sip.

*

Welke klassieke auteur of welk klassiek werk zou Patrick Lateur nu nog kunnen vertalen uit het Latijn of uit het oud Grieks? Is het geen tijd voor Archytas van Tarente, Aristarchos van Samos, Aristoxenos van Tarente, Arnobius van Sicca, Basileos ho Megas en Bruttidius. Ja, hij kan misschien al dadelijk beginnen met deze Bruttidius.

*

Stijn Streuvels had geen ordinaire snor, maar een stoere indrukwekkende knevel en hij was ook een zeer goed fotograaf. Zijn meest aangrijpende soms haarscherpe portretten zijn ‘Paula, kort voor haar vertrek naar Amsterdam’, ‘Woning op het platteland’, ‘Woning te Damme’, ‘Steenbakkers van Avelghem’, ‘Waterratten’, ‘Beste vrienden’, ‘Jongen met stier’ en vooral ‘Een boerenkeuken’ of ‘Streuvels vrijt’   waarvan ik niet één foto zonder verbazing en ontroering kan bekijken.

*

Ik houd erg veel van machtige uitwaaierende orgiastische orgelmuziek. Misschien komt dit omdat ik van vaderszijde de kleinzoon van een Brugse koster ben.

*

Recentelijk schreef ik een gedicht over Amélie Nothomb met als titel ‘Het literair fenomeen van mijn tijd en van mijn land’. Wie vertaalt dit gedicht in het Frans? En zendt het daarna, via haar trouwe uitgever Albin Michel, naar haar die ons elk jaar sinds haar debuut in 1992 elke keer weer met een nieuw boek verrast.    

 

                                                                                                         Hendrik Carette

BERICHT

 

 

 

Die ene zin van Hugo Claus die niemand nog kent of herkent

 

Onze lezers weten het of zouden het alsnog moeten weten: de dichter liegt de waarheid.

De meest leugenachtige en bijna fascistisch klinkende of racistische zin die Hugo Claus ooit schreef is deze : Ik ben van het blanke ras en ongehuwd. De eerste helft van deze zin was zeker waar. De tweede helft was zeer onwaar. Vraag het maar aan zijn weduwe of aan zijn twee (onterfde) zonen Arthur Kristel en Thomas Claus. Of vraag het maar aan Paul Claes, de grote Claus-specialist die het literaire lijk van Meester Claus tot op het bot kon ontleden of ontzenuwen en ontvlezen.  

                                                                                                                                H.C.  

 

 

 

 

 

 

Die ene zin van Hugo Claus die niemand nog kent of herkent

 

Onze lezers weten het of zouden het alsnog moeten weten: de dichter liegt de waarheid.

De meest leugenachtige en bijna fascistisch klinkende of racistische zin die Hugo Claus ooit schreef is deze : Ik ben van het blanke ras en ongehuwd. De eerste helft van deze zin was zeker waar. De tweede helft was zeer onwaar. Vraag het maar aan zijn weduwe of aan zijn twee (onterfde) zonen Arthur Kristel en Thomas Claus. Of vraag het maar aan Paul Claes, de grote Claus-specialist die het literaire lijk van Meester Claus tot op het bot kon ontleden of ontzenuwen en ontvlezen.  

                                                                                                                                H.C.  

 

 

 

wonderlijk gedicht

Het onverwachte poezengedicht

                                                                     

                                               De poes (Felix blandus susurrans) is het meest aaibare wezen van het universum.

Rudy Kousbroek, De Aaibaarheidsfactor

 

 

Stel je nu even voor dat alle mooi gestreepte huiskatten

en ook de zwarte verwilderde straatkatten in onze parken

en onze hoog ommuurde tuinen plots in één nacht zomaar

driemaal of viermaal groter

dan gewone ware grootte zouden zijn geworden

dan zouden wij, hun beangstigde bevende huisgenoten

in alle statige huizen en stinkende tuinen

(kattenpis in het gras en kattenpis in elke hoek van een nis)

al wel snel luid piepende,

naar overal vluchtende kleine bange huismuizen zijn.  

 

 

 

Hendrik Carette

BRIEF

Brief aan Benno Barnard

 

O wrede ironie: ook Guido Gezelle

was een anglofiel

en wilde ginder zelfs

een katholiek missionaris worden,

maar dat mocht niet

van de strenge bisschop van Brugge.    

                       

Beste Benno, u bent helaas geen baronet,

en toch hou ik van uw initialen

zoals bij Benjamin Britten,

Béla Bartok en Brigitte Bardot (ja, ik word oud),

Brigitte Balfoort (nee, ik blijf eeuwig jong)

en de tragische Billy Budd.

 

En wees gerust: de Picten of Schotten blijven

achter de Muur van Hadrianus.

Maar weet ook dat op dit geweldig eiland

van Angelen en Saksen

veel bastaards leven, zoals hier.

 

Beleef maar veel plezier

ginder in Brighton op de pier.

 

 

Hendrik Carette