Al mijn hinderlijke mankementen
Ik lijd aan het syndroom van Stendhal
(maar enkel wanneer ik in Italië ben).
Ik lijd aan megalomanie
(maar enkel wanneer ik te midden
van kleine mensen ben).
Ik lijd aan landerigheid
(maar enkel wanneer ik aan wal ben).
Ik lijd aan melancholie,
(– merencolie schreef Christine D’haen –
maar enkel wanneer de avond valt).
Ik lijd aan zeeangst
(zoals Lodewijk Henri Wiener
maar enkel wanneer ik op een boot ben).
Ik lijd aan erge liefdesdrang
(maar enkel wanneer ik eenzaam en verlaten ben).
Ik lijd aan een erge vorm van escapisme
(maar enkel wanneer ik weg wil naar daar waar
ik nog niet geweest ben).
Ik lijd aan een erge vorm van lethargie
(maar enkel wanneer ik moe ben
van al mijn hinderlijke mankementen).
Hendrik CARETTE