Missive voor Luc R.C. Deleu
De dood bestaat niet. De stemmen van mijn doden
fluisteren mij ’s nachts in dat ik dat dag na dag
moet mompelen en later overdag mag noteren.
Ik negeer al heel mijn leven het bestaan van de dood.
Omdat Borges nu de enige en eeuwige bibliothecaris
in de bibliotheek van Alexandrië moet zijn.
En omdat de verheven dichter Jan Hendrik Leopold
vertaalde wat Epicurus zei in Uit den tuin van Epicurus
in helder Nederlands vanuit het oude Grieks:
Zolang we er zijn, is de dood er niet, en wanneer
de dood er is, zijn wij er niet meer.
Alleen de verrijzenis bestaat of het zweven der atomen.
Hendrik Carette
Mooi “In memoriam”, mooie hommage aan Luc Deleu, een dichter en vriend om niet te vergeten, aan wie met weemoed terugdenk.
Onze gesprekken waaierden uit, van Henri Michaux tot William Burroughs, van “Dachau Blues” naar Metta Bhavana.
Tot woensdag.
Dank je, Hendrik,
Mooi “In Memoriam” en prachtige hommage aan mijn vriend en dichter Luc Deleu. Eind jaren zestig, begin jaren zeventig waaierden onze intense gesprekken van Henry Michaux naar William Burroughs, van “Dachau blues” naar Alan Watts. Later, veel later werd gesproken over “Kant-tekeningen” en “Het uur van de wolf” , over vriendschap en Metta bhavana. Alleen de laatste tien jaar was het stil.
Antoon van den Braembussche, alias Tonko Brem