brandnieuw gedicht

 

 

 

Het schaakspel

 

 

Een witte pion, een moedige zandstuiver van het voetvolk

nadert al vervaarlijk ver in het midden van het slagveld

en zal weldra worden geofferd.  

De zwarte koning waant zich veilig

in zijn versterkte villa met de mooie naam De Rokade.

Lopers lopen her en der en worden gevangen genomen.

Een paard maakt een gekke gewaagde sprong.

De zwarte koningin blijft dreigen

en de witte koningin valt naast haar verzwakte koning

want ook de twee witte torens werden al verwoest

op de kaal geslagen vlakte van het naderende eindspel.

 

Hendrik Carette