GEDICHT

Een zomeravond op het Ganzenhof

 

 

 

Krekels zingen het bekende krekellied

in de struiken. De bomen ruisen

en ik lig in de schaduw onder een hoge linde.

                                              

Smoor hangt boven de bekroosde vijver

met de fuiken en achter de zwarte slotgracht

staat de wit gekalkte poort van de boerenhoeve

 

met dat hoenderhof waar de ganzen waken.

Het is avond en een ronde pronte meid wast

zich uitbundig bij een gierende gietijzeren pomp.

 

Het is avond en ik hoor de kreet van de pauw  

en langzaam ontvouwt de pauwenhaan 

zijn staart en sleep van lange blauwe veren.  

 

 

Hendrik Carette